Voeding

Inleiding
Het spijsverteringskanaal van de hond  (naar beneden)
Voedingsmiddelen  (naar beneden)
Wat hoort er nu in voeding te zitten?  (naar beneden)
Wat staat er op het etiket van een voedingsproduct?  (naar beneden)
 
 
Inleiding

Over voeding valt ontzettend veel te schrijven. Er bestaan ook zoveel verschillende soorten voeding. Wat is nu de beste voeding?
De beste honden- of kattenvoeding bestaat niet! Het gaat er om wat voor uw huisdier de beste voeding is. Wat voor de één heel goed en gezond is, blijkt voor de ander juist heel ongezond! Denk maar aan al die verschillende honden- en kattenrassen.
In het bijzonder binnen de hondenrassen is er een enorm verschil in uiterlijk. Zo hebben grote rassen, zoals de Ierse Wolfshond veel meer voedsel nodig dan kleine hondenrassen, zoals de Maltezer Leeuw. Ook de activiteit van het huisdier speelt een grote rol. Is het een sporthond, die 8 uur per dag intensief beweegt of juist een gezelschapshond, die 2 uur per dag rent. Het ras geeft ook een indicatie van de geografische herkomst en wat zijn voornaamste voedsel geweest zal zijn. Een poolhond zal heel ander voedsel hebben gehad dan een hond afkomstig uit de bergen. Dat ze nu toevallig allebei in Nederland geboren zijn, maakt niet uit! Genetisch gezien hebben ze allebei een andere ontwikkeling doorgemaakt! En juist bij bepaalde huidklachten is het belangrijk om ook naar het voedsel te kijken. Mijn ervaring is, dat veel "waterhonden”, zoals de Labrador Retriever enorme verbeteringen van hun huid laten zien als er vette vis in hun voedsel zit.
Binnen de kattenrassen is het verschil minder uitgesproken dan bij de hondenrassen, maar ook hier zijn er veel verschillen in het uiterlijk. Denk maar eens aan de ranke en slanke Oosters Korthaar ten opzichte van de Main Coon, die groot en stevig is. Omdat het belangrijk is om te weten, wat er gebeurt nadat uw huisdier voedsel heeft gegeten, wil ik het spijsverteringskanaal beschrijven. Voor het gemak beschrijf ik het spijsverteringskanaal van de hond. Zowel de hond als de kat behoort tot de carnivoren. Dit zijn de vleeseters. Het spijsverteringskanaal van beiden is goed met elkaar te vergelijken. Wel is het zo, dat een kat een meer uitgesproken carnivoor is, dan de hond. Een hond kan eventueel vegetarisch gevoed worden. Ook kun je grofweg stellen, dat een hond wel langdurig kattenvoer mag hebben, maar een kat tekort komt als hij hondenvoer krijgt.
Ook wil ik uitleggen, waar de voedingsstoffen na opname in het lichaam naar toe gaan. Vervolgens wil ik aangeven, wat er in de voeding hoort te zitten en hoe u het etiket van het voedsel kunt beoordelen.
 

 
 
 
Na het eten van voedsel komt dit in de mondholte. (nr.1) Het kan zijn, dat uw hond op dit voedsel kauwt, waardoor het voedsel al verkleind wordt, maar veel honden slikken het voedsel zonder kauwen door. Vanuit de mondholte komt het voedsel in de mondkeelholte. (nr.2) Van daar uit komt het voedsel in de slokdarm, ook wel oesophagus genoemd. (nr.3) Door peristaltische bewegingen wordt het voedsel naar de maag geschoven.(nr.4) In de maag bevinden zich de maagsappen. Deze zorgen voor een zuur milieu. Hierdoor kunnen ziekmakende micro-organismen gedood worden. Een goede bescherming van het lichaam dus! Het voedsel blijft wel een aantal uren in de maag en wordt daar flink gekneed. Hierna schuift het voedsel door de zogenaamde pylorus, dat is de maaguitgang, naar de twaalfvingerige darm, die ook wel duodenum wordt genoemd.(nr.5) De twaalfvingerige darm is bij de hond veel langer dan bij de mens. In de twaalfvingerige darm komen de afvoergang van de galblaas en de afvoergang van de alvleesklier uit.
Het voedsel, dat in de maag inmiddels gekneed is en door het maagsap vochtiger is geworden, is langzamerhand een soort brei aan het worden. Maar de voedingsstoffen zijn nog veel te groot om opgenomen te kunnen worden in het lichaam. Daarvoor is nu de gal uit de galblaas en het alvleessap uit de alvleesklier, ook wel pancreas genoemd, nodig. Goed uitgebalanceerd voedsel bestaat uit koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen, vitamines, onverteerbare elementen en water. De koolhydraten, vetten en eiwitten zorgen voor de energie. En energie heeft uw huisdier nodig om te kunnen functioneren! Maar de koolhydraten, vetten en eiwitten zijn stuk voor stuk te groot om via de darmwand opgenomen te kunnen worden. De gal zorgt er nu voor, dat de vetten emulgeren. Er ontstaat een emulsie: de vetten worden kleinere vetbolletjes. Het pancreassap, dus het sap, dat uit de alvleesklier komt en via een afvoergang in de twaalfvingerige darm uitmondt, bevat verschillende enzymen. Deze enzymen zijn in staat de koolhydraten, vetten en eiwitten te verkleinen. In feite bestaan koolhydraten, vetten en eiwitten uit een aaneenschakeling van scheikundige stoffen en de zo ontstane ketens worden door de enzymen in stukjes geknipt. Voor elke groep bestaan andere enzymen. Het enzym lipase breekt de vetketens af en kan dit goed voor elkaar krijgen omdat de gal al voor de kleinere vetbolletjes heeft gezorgd. Het enzym amylase breekt de koolhydraatketens af en het enzym proteïnase knipt de eiwitten in kleine stukjes.
Daarnaast spelen de zogenaamde darmbacteriën ook een belangrijke rol bij de verteringsprocessen. Dit zijn bacteriën, die van nature in de darmen voorkomen en daar ook echt horen te zitten. Uit divers onderzoek blijkt, dat de functie van de darmbacteriën lang ernstig is onderschat. Er zijn inmiddels veel aanwijzingen, dat de darmbacteriën een heel belangrijke rol spelen bij de versterking van de afweer. De eigen immuniteit wordt dus veel beter door de darmbacteriën!
Maar goed. Door de gal en het pancreassap zijn de koolhydraten, vetten en eiwitten nu zodanig verkleind, dat zij opgenomen kunnen worden in de darmwand. Van daaruit gaan zij samen met de mineralen en vitamines naar de bloedbaan. Het bloed stroomt naar de lever toe. Dat is natuurlijk heel belangrijk, want de lever is een gigantische fabriek, die voor ontgifting en allerlei omzettingen zorgt. Nadat er aan de stukjes koolhydraat, vet en eiwit in de lever is gewerkt, gaan de stoffen verder met het bloed mee naar het hart. Vandaar uit passeren ze de bloedvaten van de longen en stromen weer via het hart in de zogenaamde aorta. Deze zeer belangrijke slagader vervoert het bloed richting het gehele lichaam. Op deze manier kunnen de omgezette koolhydraten, vetten en eiwitten overal terechtkomen en tot energiebron en bouwstof voor elk weefsel dienen.
In het voedsel zitten ook onverteerbare elementen. De naam zegt het al: ze zijn onverteerbaar. Deze elementen dienen voor het stimuleren van de darmperistaltiek. Denk maar aan vezelrijk voedsel!
Vanuit de twaalfvingerige darm gaat de brei, die dus langzamerhand al schuivend wordt afgebroken en opgenomen, door naar de rest van de dunne darm. Naast de twaalfvingerige darm (nr.5) bestaat de dunne darm ook nog uit het zogenaamde jejunum (nr.6) en ileum. (nr 7) Dan komt de brei in de blinde darm, ook wel caecum genoemd. (nr.8) Het wormvormig aanhangsel, de appendix genoemd, die bij de mens aan het caecum voorkomt, heeft de hond niet. Een ontsteking van de appendix, appendicitis genoemd, grof vertaald blinde darmontsteking, komt bij de hond dan ook niet voor!
Vanuit de blinde darm komt de brei in de dikke darm (nr.9) terecht, die bij de hond ongeveer 1,5 meter lang is. Hier vindt langzamerhand een indikking van de brei plaats, doordat water wordt opgenomen uit de brei en via de darmwand wordt afgevoerd naar de bloedvaten.
De brei begint nu steeds meer op ontlasting, ook wel faeces genoemd, te lijken. Uiteindelijk komt de faeces in de endeldarm (nr.10), ook wel rectum genoemd, terecht. Via de anus verlaat de faeces het lichaam.

Een interessant wetenswaardigheidje is, waarom er medicijnen als zetpillen worden toegediend. Heeft u enig idee?
Zoals hierboven beschreven wordt het bloed uit het maagdarmkanaal naar de lever vervoerd. Daar vindt onder andere de ontgifting en omzetting plaats. Echter het zou biologisch gezien niet erg functioneel zijn om het bloed uit de endeldarm nog naar de lever te laten stromen. Alle voedingsstoffen moeten dan allang opgenomen zijn! De bloedvaten uit de endeldarm lopen dan ook niet naar de lever toe, maar sluiten aan op de achterste holle ader, die het bloed direct naar het hart vervoert. Via de longen en het hart stroomt het bloed de aorta in. Zo wordt het medicijn uit de zetpil dus niet eerst ontgift en deels omgezet, maar direct in het lichaam gebracht, waardoor een snel resultaat te verwachten valt!
 

 
Het assortiment voedingsmiddelen voor dieren is enorm groot. U kunt er voor kiezen om uw huisdier te voeden volgens de zogenaamde "doe-het-zelf” methode. Dan bepaalt u zelf welke voedingsstoffen aan de hond worden gegeven. Kennis van zaken is belangrijk, vooral bij jonge honden van grote rassen. Juist in de groeiperiode kunnen er veel voedingsfouten
gemaakt worden. Daarom kiezen de meeste eigenaren voor "kant-en-klaar” voedsel. Dit kan droogvoer zijn, dat ongeveer 10% water bevat, maar ook blikvoer en/of diepvries voedsel, dat 75-80% water bevat. Combinaties zijn natuurlijk ook goed mogelijk. Vaak wordt er voor kant-en-klaar voedsel gekozen, waarbij de eigenaar nog het een en ander toevoegt, zoals groente, rijst, vlees, vis enz. Als uw huisdier er goed uitziet, een mooie glimmende vacht en gezonde huid heeft, niet ziek is, een goede conditie heeft en een normaal eet- en drink, plas- en poepgedrag vertoont, doet u het goed.
Uiteindelijk "ben je dat, wat je eet”!
Maar zijn er klachten, dan moet er zeker ook naar de voeding gekeken worden. Wat ik nog wil vermelden is, dat het heel belangrijk is, dat u uw huisdier niet alleen droogvoer geeft. Het is heel goed om er ook af en toe voedingsmiddelen bij te doen, die bacteriën bevatten. Droogvoer is net als blikvoer namelijk steriel, dat wil zeggen, dat er geen bacteriën in zitten. Juist voor een goede vertering en immuniteit van uw huisdier zijn de darmbacteriën essentieel. Als u dus vers vlees of een scheutje yoghurt toevoegt, krijgt uw huisdier wel de bacteriën binnen. Diepvries voedsel is na ontdooien niet steriel en bevat dus wel darmbacteriën. Op de gevolgen van een verkeerde darmflora ga ik in bij het verhaal over carmen, dat u kunt vinden bij de praktijkverhalen en bij poep eten onder ziektebeelden van het maagdarmkanaal.

 
 
Koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen, vitamines, water en onverteerbare elementen.
 
 
 
Op de verpakking kan staan, dat het een volledig hondenvoedsel betreft. Dat betekent, dat het voedsel onder alle omstandigheden aan elke hond gegeven kan worden. Dus zowel aan een jonge als aan een oude hond, aan een actieve als aan een drachtige hond. Tegenwoordig is hebben veel voederfabrikanten het voedsel nog nauwkeuriger aangepast aan de omstandigheden, waarin de hond zich bevindt. Zo bestaat er puppy voer, jonge honden voer en is er zelfs al voer ontwikkeld speciaal voor bepaalde rassen. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de herkomst van het vlees, dat in het voer verwerkt is.
Naast de vermelding van het soort voedsel en voor welke situatie het voedsel geschikt is, worden er ook gehaltes op de verpakking vermeld.
Een voorbeeld van een beschrijving op een blik kan zijn:
Vocht
Ruw eiwit
Ruw vet
As
Ruwe celstof
Vitamine A
Vitamine D3
Vitamine E
80%
7,5%
3%
2,5%
1%
1000 IE/kg
100 IE/kg
10 mg/kg
Hoe moet u dit nu interpreteren?
Zoals eerder beschreven hoort er in voer naast eiwitten en vetten ook koolhydraten te zitten. Toch staat op bovenstaande verpakking het gehalte aan koolhydraten niet vermeld. Dit gehalte kunt u namelijk zelf berekenen:
Totaal zit er in een blik 100%. We trekken het vochtgehalte (80%), ruw eiwit (7,5%),ruw vet (3%),as (2,5%), ruwe celstof(1%) hiervan af:

100% - (80+7,5+3+2,5+1) = 6%
Het gehalte aan de zogenaamde overige koolhydraten is dus 6%.
Nu kunt u bepalen hoeveel energie er gehaald kan worden uit dit voedsel. Dat gaat met de zogenaamde 4-9-4 regel:
1 gram o.k.=overige koolhydraten x 4 =
1 gram r.v.=ruw vet x 9 =
1 gram r.e.=ruw eiwit x 4=
......kcal ME
......kcal ME
......kcal ME

(kcal = kilo calorie, ME = metabole energie)

Als we nu naar de gehaltes in het blik kijken, kunnen we bepalen hoeveel energie er in dit blik zit, namelijk:

o.k. is 6% van 1000 gram (het blik) = 60 gram
1 gram moet je met 4 vermenigvuldigen om het aantal kcal ME te kunnen bepalen. In het blik zit 60 gram o.k. Dus 60 x 4= 240 kcal ME

r.v. is 3% van 1000 gram = 30 gram. Dit moeten we met 9 vermenigvuldigen om het aantal kcal te bepalen, dus 30x9 = 270 kcal ME.

r.e. is 7,5% van 1000 gram =75 gram. Dit moet weer met 4 vermenigvuldigd worden om het aantal kcal te bepalen, dus 75x4 = 300 kcal ME.

Totaal zit er dus aan energie in dit blik van 1000 gram: 240+270+300 = 810 kcal ME.

Uit het bovenstaande kunt u opmaken, dat vet meer dan 2x zoveel energie geeft als koolhydraat of eiwit. U moet immers het gehalte aan ruw vet met 9 vermenigvuldigen en het gehalte aan overige koolhydraten en ruw eiwit met 4 om het aantal kcal ME te bepalen. Van vetten wordt uw huisdier dus sneller dik, dan van eiwitten of koolhydraten!

Maar hoeveel heeft een hond nu eigenlijk nodig? Daarvoor is een speciale formule ontwikkeld, die als volgt luidt:

1kg ¾ Lichaamsgewicht(=L.G.) heeft 125 kcal ME/dag nodig. Het zou gemakkelijker geweest zijn, als er 1 kg L.G. had gestaan. Maar het is zo, dat een hond van 20kg niet 2x zoveel moet eten als een hond van 10kg. Daarom wordt er een wiskundig trucje toegepast en gerekend door middel van kg ¾ . In onderstaande tabel kunt u zien hoeveel kg L.G. overeenkomt met kg ¾ L.G.

L.G in kg L.G. in kg ¾

L.G in kg

2
4
5
7
10
12
15
20
25
30
38
45
60
70
85

L.G. in kg ¾

1,7
2,8
3,3
4,3
5,6
6,4
7,6
9,5
11,2
12,8
15,3
17,4
21,6
24,2
28,0

Stel dat uw hond 5 kg weegt. In de tabel kunt u zien dat 5 ¾ overeenkomt met 3,3.
1kg ¾ heeft 125 kcal ME per dag nodig.
3,3 kg ¾ heeft dus 3,3x 125 = 412,5 kcal ME/dag nodig.
In het blik zit 810 kcal ME.

Uw hond van 5 kg heeft dus ongeveer een half blik per dag nodig!

De hoeveelheid voer, die uw hond nodig heeft, is dus afhankelijk van de hoeveelheid energie, die in het voer zit. Als er veel energie in het voer zit, hoeft uw hond minder te eten, dan als er weinig energie in zit. Door bovenstaande methode te volgen kunt u berekenen hoeveel energie er in het voer zit, dat u voert.
Dit is bijvoorbeeld belangrijk als u een eiwitarm voer wilt geven. Vaak wordt dit voorgeschreven als uw huisdier nierproblemen heeft.
Als u nu de verpakkingen van verschillende voeders vergelijkt, kan het zijn, dat voer A minder ruw eiwit bevat dan voer B. Uw eerste gedachte kan dan zijn, dat voer A beter is dan voer B. DIT HOEFT ECHTER HELEMAAL NIET WAAR TE ZIJN!!! Het kan best zo zijn, dat er in voer A veel minder energie zit, dan in voer B. Uw huisdier zal dan dus veel meer van voer A moeten eten dan van voer B en krijgt dan op die manier toch veel meer eiwit binnen, dan als er voor voer B was gekozen! Zo zie je dat het energie gehalte heel belangrijk is. Ditzelfde geldt ook voor de prijs van voer. Een goedkoop product kan veel minder energie bevatten dan een wat duurder voer. Van het goedkope voer moet dus veel meer gevoerd worden met als gevolg dat u uiteindelijk toch duurder uit bent!

Mocht u geïnteresseerd zijn in dieetvoeders voor hond of kat, kijk dan in de webwinkel: webwinkel PetQure