Homeopathie

Achtergrond van de homeopathie
Homeopathische middelen (naar beneden)
Klachten, die door middel van homeopathie kunnen worden behandeld (naar beneden)
Mijn Behandelwijze  (naar beneden) 
 
Achtergrond van de Homeopathie
 
De oorsprong van de homeopathie gaat terug tot de Griekse arts en filosoof Hippocrates (460-377 voor Christus). Deze geleerde wordt als de grondlegger van de hedendaagse geneeskunde gezien.
 

           
Hij ging ervan uit dat ziektes op verschillende wijzen konden worden bestreden:   
  1. De ziekte wordt genezen door middelen met een tegengestelde werking. Het middel onderdrukt de klacht van de zieke. Dit is het uitgangspunt van de reguliere geneeskunde.
  2. De klachten van zieken worden genezen door middelen, die op de ziekte gelijkende verschijnselen oproepen. Dit wordt wel de gelijksoortigheidregel genoemd en dit vormt het uitgangspunt van de homeopathische geneeskunde.
Het belangrijkste verschil tussen deze twee geneeswijzen is dat bij de reguliere geneeskunde vooral naar de klachten op zich wordt gekeken. De arts richt zich op het afwijkende in het lichaam en de middelen die hij voorschrijft zijn gericht op de ziekte. In het geval van een bacteriële infectie bijvoorbeeld worden er antibiotica gegeven. Hierdoor worden de bacteriën gedood en kan de patiënt weer genezen. Bij jeukproblemen van de huid worden vaak zalven voorgeschreven, waarin bijnierschorshormonen (corticosteroïden) voorkomen. Hierdoor wordt de jeuk onderdrukt. De werking van reguliere medicijnen is vaak snel. Maar helaas kunnen er ook bijwerkingen optreden.
De homeopathische behandeling richt zich niet alleen op het zieke deel, maar op de gehele patiënt. Er wordt gekeken naar lichamelijke klachten, maar ook naar de psychische en mentale gesteldheid van de patiënt. Eventuele klachten op deze gebieden worden ook meegenomen in de behandeling. De homeopathie gaat er van uit dat alle symptomen van de zieke met elkaar samenhangen en daarom samen moeten worden behandeld. Dit geldt dus zowel voor lichaam als geest. De homeopathie heeft als grondgedachte dat ieder lichaam een zelfherstellend vermogen heeft en dat deze moet worden gestimuleerd. Daarbij speelt de levenskracht een belangrijke rol: deze levenskracht zorgt voor een energiebalans in het lichaam. Als deze balans is verstoord kunnen er ziekteverschijnselen optreden. Door de homeopathische behandeling wordt de levenskracht gestimuleerd, waardoor de energiebalans zich herstelt. Hierdoor ontstaat weer een gezond lichaam. Een groot voordeel van deze behandeling is dat er geen (ernstige) bijwerkingen optreden.

De Duitse arts Samuel Hahnemann (1755-1843) wordt beschouwd als grondlegger van de hedendaagse homeopathie. Hij is de eerste geweest, die de homeopathie op een systematische manier uitwerkte. Door op zichzelf en anderen te experimenteren ontdekte hij de beginselen van de homeopathie. Hij werkte de gelijksoortigheidregel,ook wel Similia-regel verder uit. De Similia-regel luidt: "Similia similibus curentur” of wel "Dat het gelijke door het gelijkende genezen zal worden”.Hij ontdekte dat een stof, die in grote hoeveelheid ziekte veroorzaakt bij gezonde mensen, bij het toedienen in kleine hoeveelheid het zelfherstellende vermogen van het lichaam kon stimuleren en de ziekte genezen. In 1810 verscheen zijn uitvoerige instructieboek voor artsen, waar hij alle basisprincipes van de homeopathie in behandelde.
Al geruime tijd wordt homeopathie toegepast bij dieren. Er worden goede resultaten bereikt en er is een groot aantal homeopathische dierenartsen werkzaam. De goede resultaten weerspreken het veel gebruikte argument van tegenstanders van homeopathie, dat er sprake is van een placebo-effect (het zit "tussen de oren”). Dieren weten immers niet dat zij deze homeopathische middelen krijgen toegediend en hebben dus ook niet "de verwachting” dat zij hierdoor kunnen worden genezen!
 
 
Homeopathische middelen (naar boven)
 
In de homeopathie worden enkelvoudige middelen en complexmiddelen gebruikt. Enkelvoudige middelen bestaan uit één enkel middel in tegenstelling tot de complexmiddelen, waarin twee of meer homeopathische middelen zijn verwerkt. De middelen, die in de homeopathie worden gebruikt zijn afkomstig van plantaardige, minerale, dierlijke en/of chemische stoffen. Het grootste deel van de homeopathische middelen blijkt van plantaardig materiaal te zijn. Van deze middelen wordt een zogenaamde oertinctuur, ook wel moedertinctuur genoemd, gemaakt.
Na vermalen van plantendelen en trekken in de alcohol wordt onder hoge druk de alcohol uitgeperst en gefiltreerd. Dit is de oertinctuur, ook wel aangeduid met het teken o.
Deze oertinctuur is de meest geconcentreerde vorm van de grondstof en vormt de basis voor homeopathische preparaten.
Op een flesje met een homeopathisch middel wordt achter de naam van het middel altijd een "code”gezet. Deze "code”geeft de potentie van het middel aan.
Hoe zit dat nu?
Zoals eerder beschreven blijkt, dat het toedienen van een middel, dat in grote hoeveelheden een ziekte veroorzaakt, in staat is om deze ziekte bij een patiënt te genezen mits het in een "kleine hoeveelheid” wordt toegediend.
Maar wat is een "kleine hoeveelheid”?
Bij verdunnen van de oertinctuur wordt de dosis van de werkzame stof steeds geringer en dus minder geneeskrachtig. Door te potentiëren, dat wil zeggen verdunnen, maar tevens een aantal malen krachtig schudden, wordt de dosis van de werkzame stof wel steeds geringer, maar ook geneeskrachtiger!
De "code”, die op het flesje staat, is als volgt te vertalen: Als men 1 deel oertinctuur oplost in 9 delen alcohol en krachtig schudt, ontstaat de D1. Als D1 achter de naam van een homeopathisch middel staat, is dat de potentie van het middel.
Eén deel van de D1 met 9 delen alcohol en krachtig schudden geeft de D2.
Eén deel van de D2 met 9 delen alcohol en weer krachtig schudden geeft de D3. Zo ontstaan dus de verschillende potenties. De D staat voor decimaal. Als er op een flesje D30 staat, dan is het homeopathische middel 30 keer 1 op 10 gepotentieerd.
Ook wordt de centesimale schaal gebruikt. In dat geval wordt er in plaats van 1 op 10 gepotentieerd in stappen van 1op 100. Een C1 ontstaat dus door 1 deel van de oertinctuur op te lossen in 99 delen alcohol en krachtig te schudden. De C2 wordt verkregen door 1 deel van de C1 op te lossen in 99 delen alcohol en wederom krachtig te schudden.
Er bestaan meer variaties op het potentiëren, maar bovengenoemde manieren en potenties worden het meest toegepast. Naarmate de homeopathische stof meer gepotentieerd wordt, heeft deze een krachtiger werking. Een D30 werkt dus krachtiger dan een D3.

Klachten, die door middel van homeopathie kunnen worden behandeld  (naar boven)
 
Het behandelen van dieren door middel van homeopathie geeft vaak goede resultaten bij diverse klachten. In mijn praktijk behandel ik de huisdieren onder andere voor huidproblemen, klachten van het maagdarmkanaal, psychische klachten (angst en agressie), incontinentie problemen, bewegingsproblemen, kanker en hersenaandoeningen.
 
Mijn behandelwijze   (naar boven)

Elk dier is uniek. Dat wil zeggen, dat ik niet alleen naar de ziekteverschijnselen kijk, maar onder andere ook naar de ziektegeschiedenis, het tijdstip waarop de klachten begonnen zijn, psychische reacties en erfelijke gegevens van de patiënt. Daarnaast besteed ik ook veel aandacht aan de invloed van uitwendige factoren (denk bijvoorbeeld aan weersinvloeden), de lokalisatie en uitbreiding van de klachten en het eet, drink, plas en poepgedrag van de patiënt. Natuurlijk maak ik ook gebruik van de gegevens uit regulier diagnostisch onderzoek, zoals informatie verkregen van röntgendiagnostiek, bloedonderzoek, weefselonderzoek enz. Van de eigenaar verwacht ik dus veel informatie. Vaak vraag ik de eigenaar, voordat ik de patiënt gezien heb, al zijn informatie op papier te zetten. Ook "vreemde” dingen, die zijn opgevallen! Nadat ik het huisdier zelf ook uitgebreid lichamelijk heb onderzocht, probeer ik op basis van alle gegevens een enkelvoudig of complexmiddel te geven, dat volgens mij het beste bij de patiënt past. Ook de potentie en de dosering van het gekozen homeopathische middel is individueel. Het kan dus voorkomen, dat dieren met dezelfde ziekteverschijnselen verschillende middelen krijgen voorgeschreven, maar ook, dat dieren met zo op het eerste gezicht andere ziekteverschijnselen eenzelfde homeopathisch middel krijgen!
Mocht de patiënt ook reguliere middelen slikken, dan bespreek ik met de eigenaar op welke wijze we daarmee doorgaan. In geval van pijnstillers probeer ik deze in de loop van de tijd en afhankelijk van de reactie van de patiënt af te bouwen. Dit geldt ook voor dieren met jeukklachten, die bijnierschorshormonen (prednison, prednisolon, cortisol etc.) slikken, zeker als het nog jonge dieren betreft!
Het is echter goed mogelijk en soms zelfs noodzakelijk om reguliere en homeopathische middelen naast elkaar te gebruiken.
Uiteindelijk gaat het maar om één ding: Dat uw huisdier een zo leuk, gezellig, fijn en liefst zo gezond en lang mogelijk leven zal hebben!

Ook zijn er een aantal homeopathische middelen, waarmee ik de ervaring heb, dat ze bij bepaalde klachten goede resultaten opleveren, zonder dat hiervoor een uitgebreid homeopathisch consult vereist is. Aandoeningen en homeopathische middelen, die voor deze zogenaamde thuismedicatie geschikt zijn, heb ik opgenomen in de hoofdstukken praktijkverhalen en ziektebeelden. Deze, maar ook diverse andere homeopathische middelen zijn on line bij mij te bestellen: webwinkel PetQure